In principe wordt de begeleiding vaak gestart wanneer mensen zelfstandig wonen. In sommige situaties komt het voor dat vanuit het ouderlijk huis, 24-uurs instelling of anders reeds begeleiding geboden wordt. De stap naar zelfstandig wonen is groot, soms hebben mensen wat zelfvertrouwen nodig om het te gaan doen of moeten eerst praktische zaken geregeld worden.
De begeleiding is zeer divers en afhankelijk van de wensen en mogelijkheden van de zorgvrager. Bij een eerste gesprek proberen we dit helder te krijgen, wat kunnen we van elkaar verwachten, wat zijn de doelen van de zorgvrager en hoe kunnen wij daarin een bijdrage leveren. Het verhaal van onze cliënten staat altijd centraal, we sluiten aan bij de ervaring en wensen van de cliënt.
Door zorg consequent en radicaal te zien als relationeel: door te zijn met degene die zorg behoeft, kun je gaan zien en begrijpen wat je voor deze persoon kunt doen en wie je daarbij voor hem of haar kunt zijn.
De relatie biedt het afstemmingskader om te bepalen wat hier en nu goede zorg is. Uitgaand van en aansluitend bij de leefwereld en in voortdurende afstemming op de ander en diens leven. Deze benadering is in alle zorg- en hulpcontexten relevant en werkt in het bijzonder goed voor mensen die anders moeilijk bereikbaar zijn of bij wie de problemen complex zijn.
De presentiebeoefening start met het zich aandachtig openstellen voor en betrekken op de ander in het netwerk van diens relaties. Daardoor kan (vaak gaandeweg) begrepen worden wat er voor de ander op het spel staat en welke hulp dan passend is (en welke niet). De ander voelt zich gezien en erkend. Dat alleen al kan als weldadige zorg ervaren worden. Op geleide van wat in de relatie begrepen wordt, zet de presentiewerker elementen van zijn of haar brede palet aan (vak)kennis in die hier en nu behulpzaam lijken te zijn. Het perspectief (wat niet hetzelfde is als ‘de vraag’) van de ander blijft steeds de leidraad.
Presentiebeoefening staat niet op zichzelf, maar is altijd ingebed in de uitoefening van een bepaalde professie. De presentietheorie schrijft geen kant-en-klare werkwijze voort (het is geen methode), maar kent wel een aantal werkprincipes die zich mengen met de beroepsuitoefening. Zo is de presentiewerker benaderbaar, heeft een open agenda, heeft oog voor wat zich niet zomaar toont en ziet zorg als meer dan losse handelingen. Oplossingsgerichtheid is niet het uitgangspunt, maar presentie draagt wel bij aan goede, passende hulp (en voorkomt mismatch). Ook als er ogenschijnlijk niets (meer) gedaan kan worden, blijft de presentiebeoefenaar de ander trouw en nabij.